3.3.3 Actuele ontwikkelingen
Nota Kapitaal Goederen (NKG)
In 2019 is de Nota Kapitaalgoederen 2019-2022 door de gemeenteraad vastgesteld. Dit meerjarenplan geeft inzicht in de maatregelen die nodig zijn om de kapitaalgoederen als openbaar groen, wegen, openbare verlichting, kunstwerken en straatmeubilair in stand te houden, inclusief een financiële onderbouwing van de kosten die hiermee samenhangen. Met vaststelling van de NKG zijn structureel extra budgetten beschikbaar gesteld om de kapitaalgoederen in stand te houden.
Beheerplannen
Verdere uitwerking en detaillering van de NKG vindt plaats in beheerplannen. In januari 2020 zijn de beheerplannen van verhardingen, civiele kunstwerken, waterbouwkundige constructies, verkeers(regel)installaties en openbaar groen en bomen vastgesteld door college. Een beheerplan voor de openbare verlichting is in concept gereed. In een beheerplan staan zaken als de wettelijke context, een beheerstrategie, het areaal en de waarde van dit areaal.
Het vervolg van een beheerplan, een jaarlijkse lijst van (onderhouds)projecten, is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Op basis van het uitvoeringsprogramma worden jaarlijks projecten vastgesteld waar kredieten voor worden aangevraagd via de reguliere begrotingscyclus. Middels deze paragraaf kapitaalgoederen wordt gerapporteerd welke realisatie concreet heeft plaats gevonden per onderdeel.
IBOR-monitoring
Binnen het Integraal Beheer van de Openbare Ruimte (IBOR) is de ambitie voor de beeldkwaliteit van de openbare ruimte vastgelegd in het Integraal Verzorgend Onderhoudsplan (IVOP). De door de raad vastgelegde ambitie ligt op scenario 'Zuinig'. Twee maal per jaar vindt er een beleidsmonitor plaats, in het voorjaar en in het najaar. Hierbij wordt de beeldkwaliteit van de openbare ruimte (extern) geschouwd en getoetst aan de vastgelegde ambitie.
Volgens de IBOR-systematiek, welke is gebaseerd op de CROW-voorwaarden, wordt gesteld dat minimaal 90% van de meetlocaties moet voldoen aan het vastgestelde kwaliteitsniveau. Voor 2020 levert dit het volgende algemene beeld op:
- voorjaarschouw: 87% (nagenoeg op niveau)
- najaarschouw 91% (op niveau)
Het lagere niveau bij de voorjaarsschouw is te verklaren door beperkte inzetbaarheid van (sw-)medewerkers vanwege de toen geldende coronabeperkingen.