Jaarverantwoording 2020
portal

Basisbegroting

Sociaal domein

2.2.7.4 Financieel terugkijken

Lasten per taakveld

Begroting na wijziging

Werkelijk

Verschil

2020

2020

2020

N/V

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

8.742

8.375

-367

V

6.2 Wijkteams

4.150

4.082

-68

V

6.3 Inkomensregelingen

62.964

63.652

689

N

6.4 Begeleide participatie

13.974

14.267

293

N

6.5 Arbeidsparticipatie

6.014

5.515

-499

V

6.6 Maatwerkvoorziening (WMO)

2.992

3.226

234

N

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

23.763

23.937

174

N

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

26.062

26.518

457

N

6.81 Ge-escaleerde zorg 18+

24.530

19.714

-4.817

V

6.82 Ge-escaleerde zorg 18-

10.106

9.808

-298

V

Totaal lasten

183.298

179.094

-4.204

V

Bedragen x 1.000 euro

Baten per taakveld

Begroting na wijziging

Werkelijk

Verschil

2020

2020

2020

N/V

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

-13

-48

-35

V

6.2 Wijkteams

0

0

0

N

6.3 Inkomensregelingen

-49.853

-51.060

-1.207

V

6.4 Begeleide participatie

0

0

0

N

6.5 Arbeidsparticipatie

-60

-181

-121

V

6.6 Maatwerkvoorziening (WMO)

0

-12

-12

V

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

-670

-648

22

N

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

-169

14

183

N

6.81 Ge-escaleerde zorg 18+

-805

-750

55

N

6.82 Ge-escaleerde zorg 18-

-11

0

11

N

Totaal baten

-51.581

-52.685

-1.104

V

Bedragen x 1.000 euro

Saldo per taakveld

Begroting na wijziging

Werkelijk

Verschil

2020

2020

2020

N/V

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie

8.730

8.327

-403

V

6.2 Wijkteams

4.150

4.082

-68

V

6.3 Inkomensregelingen

13.110

12.592

-518

V

6.4 Begeleide participatie

13.974

14.267

293

N

6.5 Arbeidsparticipatie

5.954

5.334

-620

V

6.6 Maatwerkvoorziening (WMO)

2.992

3.213

221

N

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+

23.093

23.289

196

N

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

25.893

26.532

640

N

6.81 Ge-escaleerde zorg 18+

23.725

18.964

-4.761

V

6.82 Ge-escaleerde zorg 18-

10.095

9.808

-287

V

Totaal saldo

131.716

126.409

-5.307

V

Bedragen x 1.000 euro

Verschillen:
In de verschillenanalyse worden alleen de verschillen tussen begroting en werkelijkheid toegelicht die niet voortkomen uit kapitaallasten en de meerjarige incidentele projecten. Zie hiervoor de toelichting onder 2.2 Basisbegroting.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie
Het voordeel op de lasten wordt verklaard door de begrotingssystematiek van de meerjarige incidentele projecten.

6.3 Inkomensregelingen
Het voordeel op de inkomensregelingen bestaat onder andere uit een voordeel van 625.000 euro op de inkomensvoorziening-BUIG, een voordeel van 179.000 euro op het minimabeleid en een nadeel op het onderdeel belastingen kwijtschelding van 144.000 euro.

Inkomensvoorziening-BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten)
Het voordelig saldo op de inkomensvoorziening bedraagt 625.000 euro. Dit voordeel bestaat uit een voordeel van 805.000 euro op de BUIG en een nadeel van 180.000 euro op de overige uitkeringen.

Inkomensvoorziening-BUIG

Begroting na wijziging

Werkelijk 2020

Verschil

Participatiewet/i-deel (incl. herw. vordering)

39.973

39.168

-805

V

BUIG-budget

-36.840

-36.840

0

-

Saldo BUIG (+ = tekort / - = overschot)

3.133

2.328

-805

V

Saldo in percentage van BUIG-budget

8,5%

6,3%

BUIG-vangnetuitkering

-185

-

185

N

Besluit zelfstandigen

500

495

5

V

Subtotaal overige uitkeringen

315

495

180

N

Saldo inkomensvoorziening-BUIG

3.450

2.825

-625

V

Bedragen x 1.000 euro

BUIG
Op de BUIG heeft een lagere waardering van de bijstandsvordering plaatsgevonden van 258.000 euro. Dit wordt met name veroorzaakt door afwaardering van oude vorderingen waarop geen ontvangsten meer zullen plaatsvinden.

2019

2020

Mutatie

Vordering WWB

12.330

11.465

865

Af: voorziening oninbaar

9.294

8.687

607

Waardering

3.036

2.778

258

Bedragen x 1.000 euro

Minimabeleid
Het totale voordeel van de minimaregelingen over 2020 bedraagt 179.000 euro. Dit is met name veroorzaakt door een geringere stijging dan verwacht op de uitgaven bijzondere bijstand van 89.000 euro. Daarnaast was er sprake van minder uitgaven bij ‘Almelo doet mee' van 80.000 euro. Dit werd enerzijds veroorzaakt door aangescherpt beleid, maar ook doordat activiteiten van inwoners vanwege de coronacrisis geen doorgang vonden. Ook was er sprake van een terugbetaling van subsidie die in 2019 niet door het Jeugdfonds kon worden ingezet.

6.4 Begeleide participatie
Het nadeel op de lasten van 293.000 euro wordt veroorzaakt doordat de stijging van de subsidie per arbeidsjaar (van 25.270 euro naar 27.016 euro) hoger is dan verwacht.

6.5 Arbeidsparticipatie
Het voordeel op de lasten en baten wordt grotendeels verklaard door de begrotingssystematiek van de meerjarige incidentele projecten. Als we dit buiten beschouwing laten resteert een voordeel van 251.000 euro voordeel op de lasten. Dit voordeel wordt verklaard door een voordeel van 106.000 euro op de kosten van het Regionaal Organisatie Zelfstandigen (ROZ), een voordeel van 45.000 euro op de instrumenten en een voordeel van 100.000 euro op de innovatiemiddelen. Het ROZ heeft in 2020 vooral werkzaamheden uitgevoerd voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO) en hierdoor minder in rekening gebracht voor de reguliere werkzaamheden.

De innovatiemiddelen zijn in 2020 niet volledig bestemd. Hiervoor is een voorstel meegenomen in de resultaatbestemming 2020.

6.6 Maatwerkvoorziening (WMO)
Het nadeel op de lasten van 234.000 euro wordt grotendeels verklaard door enkele grote incidentele uitgaven voor woningaanpassingen in de laatste maanden van 2020.

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+
Het nadeel op de lasten van 174.000 euro heeft een aantal oorzaken en valt voor het grootste deel als volgt te verklaren:

  • Hogere uitgaven voor maatwerk maatschappelijke deelname (circa 240.000 euro). Ondanks de tweede corona-golf is, tegen de verwachting in, de dagbesteding in de laatste maanden niet afgenomen.
  • Hogere uitgaven voor maatwerk zelfstandig leven (circa 250.000 euro). Ondanks de tweede corona-golf is, tegen de verwachting in, de begeleiding in de laatste maanden niet afgenomen. Overigens hebben we tijdens de coronacrisis bij aanbieders sterk aangedrongen op het continueren van de zorg aan de meest kwetsbare inwoners van Almelo.
  • Afrekening van de meerkosten als gevolg van de coronacrisis van de zorgaanbieders; voor Wmo is het aandeel (circa 190.000 euro). Hier hebben we Rijksmiddelen voor ontvangen die niet op dit taakveld zijn verantwoord.
  • Lagere PGB uitgaven (circa 390.000). Dit past in de ingezette beweging van omzetten van PGB's naar zorg in natura.
  • Lagere uitgaven voor incidenteel maatwerkvervoer (circa 120.000 euro), doordat er in verband met corona minder ritten zijn gereden.

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-
Het nadeel op het saldo van baten en lasten (640.000 euro) heeft een aantal oorzaken en valt voor het grootste deel als volgt te verklaren:

  • Hogere uitgaven op het onderdeel sociale problematiek/complexe behandeling (circa 400.000 euro). Dit komt deels door hogere uitgaven in de laatste maanden dan begroot en in tegenstelling tot voorgaande jaren zien we bij de definitieve afrekeningen met zorgaanbieders geen voordeel.
  • Hogere uitgaven ondersteuning zelfstandig leven (circa 300.000 euro). Ondanks de tweede corona-golf is, tegen de verwachting in, de ondersteuning niet afgenomen.
  • Afrekening van de meerkosten van de zorgaanbieders via het OZJT; voor Jeugdzorg is het aandeel circa 200.000 euro. Hier hebben we Rijksmiddelen voor ontvangen die niet op dit taakveld zijn verantwoord.
  • Lagere uitgaven PGB dan begroot (ruim 120.000 euro). dit past in de ingezette beweging van omzetten van PGB's naar zorg in natura.
  • Lagere uitgaven voor de continuïteitsbijdrage aan aanbieders tijden de eerste corona-golf (voordeel circa 160.000 euro).

6.81 Geëscaleerde zorg 18+
Het voordeel op het saldo van baten en lasten (circa 4,8 miljoen euro) heeft een aantal oorzaken en valt voor het grootste deel als volgt te verklaren:

  • De rijksmiddelen voor Beschermd Wonen zijn 3,5 miljoen euro hoger dan de (structurele) uitgaven.
  • Er is een voordeel op de begrote zorgkosten Beschermd Wonen van 0,1 miljoen euro.
  • Voordeel op de lasten Maatschappelijke Opvang (0,1 miljoen euro)
  • De afrekening van zorgkosten Beschermd Wonen uit 2019 valt 0,1 miljoen euro lager uit.

Van het saldo wordt 4,2 miljoen euro gestort in de bestemmingsreserve voor Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang (zie paragraaf 2.2.1 "Bestuur en ondersteuning", mutaties reserves). Dit zijn centrumgemeentetaken waarvan de resultaten gedeeld moeten worden met vijf andere gemeenten.

6.82 Geëscaleerde zorg 18-
Het voordeel op de lasten van 298.000 euro wordt veroorzaakt door een lagere werkelijke uitgave dan vooraf begroot op de maatregelenhulp van 660.000 euro.
Hiertegenover staat een hogere werkelijke uitgave dan begroot van 250.000 euro binnen de beschikbaarheidsvoorzieningen .

Deze pagina is gebouwd op 07/19/2021 15:32:02 met de export van 07/19/2021 15:20:17